De Q-NRG van COSMED is een medisch apparaat dat wordt gebruikt voor het meten van het energieverbruik van een cliënt via indirecte calorimetrie. Het apparaat meet de hoeveelheid zuurstof die de cliënt inademt en de hoeveelheid kooldioxide die wordt uitgeademd, wat een indicatie geeft van de energiebehoefte van het lichaam.

De meting met de Q-NRG is bijzonder nuttig in situaties waarbij het belangrijk is om het energieverbruik van een cliënt nauwkeurig te kennen, zoals bij cliënten die herstellende zijn van een ziekte, operatie of trauma, of bij mensen met aandoeningen zoals obesitas, ondervoeding of metabole stoornissen.

Indirecte calorimetrie met de Q-NRG kan de zorgprofessional helpen bij het:

• Beoordelen van de energiebehoefte van de cliënt, zodat de juiste hoeveelheid voeding kan worden voorgeschreven.
• Monitoren van het effect van behandelingen en voedingsinterventies door de veranderingen in energieverbruik in de tijd te volgen.
• Identificeren van risicofactoren zoals over- of ondervoeding, door de verhouding tussen inname en verbruik van energie te analyseren.

Deze meting geeft inzicht in het rustmetabolisme van het lichaam, bijvoorbeeld bij ziekte of herstel. Als iemand veel energie verbruikt, kan het zijn dat hij of zij meer voeding nodig heeft. Als iemand te weinig energie gebruikt, kan dit wijzen op problemen met de stofwisseling. Door deze informatie kan de zorgprofessional een wetenschappelijk onderbouwd advies geven.

Klik voor een voorbeeld meetrapport van deze meting, dat als bijlage verstrekt wordt

De Activ8 actometer is een draagbaar apparaat dat wordt gebruikt om de fysieke activiteit van een cliënt te meten. Het apparaat registreert de bewegingen van de cliënt gedurende de dag, wat nuttig is voor het monitoren van de fysieke activiteit en het stellen van doelen voor gezondheid en herstel.

De Activ8 actometer biedt objectieve gegevens die inzicht geven in het activiteitenniveau van de cliënt.

Als zorgprofessional kan je de data van de meting gebruiken voor:

• Het beoordelen van het activiteitenniveau: De gegevens van de actometer helpen te zien hoe actief een cliënt is. Dit is belangrijk om te bepalen of de cliënt voldoende beweegt voor een goede gezondheid.
• Volgen van herstel en progressie: Bij cliënten die herstellen van een ziekte, operatie of letsel, kan het meten van de fysieke activiteit helpen om de voortgang van hun herstel te volgen. Het kan ook helpen bij het aanpassen van oefenprogramma's of behandelplannen.
• Het stellen van doelen voor activiteit: De gegevens van de actometer kunnen worden gebruikt om realistische doelen te stellen voor meer of minder beweging, afhankelijk van de gezondheidstoestand van de cliënt.
• Verbeteren van gezondheid: Voor cliënten die te weinig bewegen, kan de actometer helpen om het belang van meer fysieke activiteit aan te tonen. Het kan worden gebruikt om gedragsveranderingen te ondersteunen en de motivatie van de cliënt te vergroten.

De Activ8 actometer biedt zorgprofessionals een handige en betrouwbare manier om fysieke activiteit te meten en te monitoren, wat essentieel is voor het verbeteren van de algehele gezondheid en het herstel van cliënten.

Klik voor een voorbeeld meetrapport van deze meting, dat als bijlage verstrekt wordt

De Bodystat 1500MDD is een apparaat dat wordt gebruikt voor het meten van de lichaamssamenstelling, zoals vetpercentage, spiermassa, lichaamsvocht en andere belangrijke parameters. Het maakt gebruik van bio-elektrische impedantiemeting (BIA), waarbij een zwak elektrisch stroompje door het lichaam wordt gestuurd om de weerstand te meten. Aan de hand van deze metingen kan het apparaat berekenen hoeveel vet, spieren en water er in het lichaam aanwezig zijn.

De meting met de Bodystat 1500MDD biedt waardevolle informatie die zorgprofessionals helpt bij het monitoren van de lichaamssamenstelling van cliënten, vooral bij cliënten die risico lopen op ondervoeding, overgewicht, of spierverlies (zoals ouderen, mensen met chronische ziekten of die herstellen van een operatie). Het stelt de zorgprofessional in staat om gerichte voedings- of trainingsadviezen te geven en het effect van behandelingen te volgen.

De handdynamometer is een laagdrempelig en betrouwbaar meetinstrument om de spierkracht in de handen en onderarmen in kaart te brengen. De cliënt oefent maximale kracht uit op het handvat, waarna de knijpkracht direct wordt weergegeven in kilogrammen.

De handknijpkracht is een goede indicator van de algemene spierkracht en functionele gezondheid. Een verminderde knijpkracht kan wijzen op sarcopenie, verminderde fysieke belastbaarheid of (beginnende) ondervoeding, terwijl een normale of hoge waarde doorgaans samenhangt met een betere algehele spierfunctie.

Regelmatige metingen maken het mogelijk om veranderingen in de fysieke toestand tijdig te signaleren. Dit ondersteunt het monitoren van herstel, het evalueren van behandelresultaten en het bijstellen van het oefen- of voedingsbeleid. Zo kan vroegtijdig worden ingegrepen bij achteruitgang en gericht worden gewerkt aan het behoud of herstel van spierkracht en zelfredzaamheid.

De resultaten kunnen waardevolle informatie opleveren over de algemene fysieke conditie van de cliënt.

De SPPB is een gevalideerd meetinstrument dat het lichamelijk functioneren bij met name oudere of kwetsbare volwassenen in kaart brengt. De test bestaat uit drie onderdelen: een balansproef (staan in verschillende houdingen), een loopsnelheidstest (4 meter) en het herhaald opstaan uit een stoel (zit-sta test). Elk onderdeel wordt afzonderlijk gescoord (0–4 punten), met een maximale totaalscore van 12.

De SPPB geeft een betrouwbaar beeld van de mobiliteit, spierkracht en balans van de cliënt en wordt veel gebruikt om het risico op functieverlies, vallen, ziekenhuisopname of mortaliteit in te schatten. Een lagere score (<10) kan wijzen op verminderde fysieke prestaties en verhoogd risico op verdere achteruitgang.

De test is snel en eenvoudig af te nemen en vormt een bruikbaar hulpmiddel binnen de geriatrische beoordeling, revalidatiezorg, eerstelijnszorg en bij het monitoren van kwetsbare ouderen. De resultaten kunnen zorgprofessionals ondersteunen bij het opstellen van behandelplannen gericht op behoud of verbetering van mobiliteit, zelfstandigheid en kwaliteit van leven.

Het meten van de buikomvang, bovenarmomtrek en kuitomtrek is een eenvoudige maar waardevolle methode om inzicht te krijgen in de lichaamssamenstelling van een cliënt. Deze metingen geven aanwijzingen over zowel vetverdeling als spiermassa en vormen een belangrijk onderdeel van de beoordeling van de voedingstoestand.

Een verhoogde buikomvang is geassocieerd met een groter risico op metabole aandoeningen, zoals diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Een lage bovenarm- of kuitomtrek kan duiden op een afname van spiermassa of ondervoeding, wat met name relevant is bij ouderen, chronisch zieken of cliënten die recent onbedoeld zijn afgevallen.

Deze antropometrische metingen ondersteunen de vroegtijdige signalering van gezondheidsrisico’s en bieden houvast bij het opstellen van een behandel- of begeleidingsplan. Ze kunnen bijdragen aan het bepalen van de noodzaak tot voedingsinterventie, oefentherapie of andere vormen van ondersteuning, gericht op het behoud of herstel van functioneel vermogen en vitaliteit.